Collectieve preventie en zorgzame buurten

We spreken Maartje Keetman (GGD Haaglanden) en Ilse van der Jagt (WZH). Zij zijn samen coördinatoren van de actielijn: Preventief (samen)werken in de wijk van Haaglanden Gezonder. Binnen deze actielijn wordt op twee sporen gewerkt: lokaal aan ‘Zorgzame Buurten’ en regionaal aan ‘de voorbereiding op de derde levensfase’. 

 

Kunnen jullie vertellen over de ambities voor collectieve preventie?  

Maartje: “We willen dat mensen in onze regio zo lang mogelijk vitaal en zelfstandig in hun eigen wijk kunnen blijven wonen. Dat doen we door samenwerking in de buurt te stimuleren, maar ook door mensen al vroeg bewust te maken van hun eigen rol in het ouder worden.” 

 Ilse: “We werken daarbij op twee sporen: lokaal richten we ons op Zorgzame Buurten, en regionaal werken we aan de voorbereiding op de derde levensfase. In beide sporen zoeken we actief de samenwerking met andere partijen in zorg, welzijn en de wijk.” 

Wat zijn Zorgzame Buurten? 

Ilse: “Een Zorgzame Buurt is een plek waar mensen naar elkaar omkijken. Buurtbewoners voelen zich verbonden, helpen elkaar en doen mee aan activiteiten. Zorg- en welzijnsorganisaties sluiten hierop aan en maken hun locaties toegankelijk voor iedereen, niet alleen voor bewoners of cliënten. Zo wordt de drempel om mee te doen veel lager.” 

 Maartje: “Het draait om samenredzaam zijn. Een mooi voorbeeld is de ‘voorzorgcirkel’: een groep ouderen die elkaar helpt. De één kookt graag, de ander heeft een auto. Door dat soort dingen te combineren, ontstaat er een netwerk dat mensen ondersteunt zonder dat er meteen professionele zorg nodig is.” 

Wat is kenmerkend voor deze aanpak?

Maartje: “We richten ons op collectieve preventie. Het gaat dus niet alleen om mensen die al een zorgvraag hebben, maar juist om het versterken van gemeenschappen vóórdat die zorg nodig is. Denk aan ontmoetingsmomenten, gezamenlijke lunches of adviesgesprekken met een gezondheidsprofessional in de buurt.” 

 Ilse: ‘’Naast professionals vanuit het sociaal werk en welzijn, kunnen zorginstellingen (VVT) hierin ook een rol spelen. Op die manier wordt actiever de verbinding gelegd tussen beide domeinen en wordt het makkelijker om elkaar te vinden.  Zorginstellingen kunnen hun deuren openstellen, niet alleen voor hun eigen bewoners, maar ook voor mensen uit de buurt. Je kunt er makkelijk binnenlopen, andere mensen ontmoeten of meedoen aan activiteiten. Soms is er ook een deskundige aanwezig voor vragen over gezondheid of welzijn. Het is belangrijk om deze activiteiten samen met de verschillende partijen in de wijk te doen’’. 

Hoe zit het met de derde levensfase? 

Ilse: “Die begint voor veel mensen rond hun pensioen. Het is een levensfase waarin je opnieuw je balans zoekt: hoe blijf ik gezond, wat wil ik betekenen voor anderen, hoe blijf ik actief? Wij willen mensen helpen om daar op tijd bij stil te staan.” 

 Maartje: “Voorlichting is belangrijk, net als laagdrempelige informatie en gesprekken in de buurt. Niet iedereen weet zelf de weg of begrijpt wat er mogelijk is. Daarom kijken we ook hier hoe we mensen samen kunnen bereiken, bijvoorbeeld via campagnes of wijkinitiatieven.” 

  ‘’Ook hier draait het om collectieve preventie. Het gaat erom dat mensen hun sociale netwerk blijven gebruiken en actief blijven meedoen. En dat is meteen het verschil met Actielijn Ouderen, die zich richt op individuele ondersteuning van kwetsbare ouderen. Beide aanpakken vullen elkaar goed aan’’. 

Waar staan we nu?  

Maartje: “Er ligt inmiddels een concreet voorstel met duidelijke keuzes voor waar we op in willen zetten. De komende maanden gaan we dat samen met onze partners verder in gang zetten.” 

 Ilse: “Een belangrijk punt is financiering. Preventie is waardevol, maar uitdagend om structureel te bekostigen. Daar gaan we ook samen naar kijken: hoe kunnen we goede initiatieven duurzaam mogelijk maken?” 

Wat willen jullie nog meegeven? 

Ilse: “Als we willen dat mensen gezond ouder worden en langer thuis kunnen blijven wonen, dan moeten we vandaag investeren in hoe mensen samenleven. In ontmoeting, in verbondenheid, in toegankelijke plekken waar je ertoe doet – ook als je geen zorg nodig hebt. Dáár begint preventie. En dat vraagt om lef en samenwerking, over domeinen heen.” 

 Maartje: “Dus mijn oproep aan iedereen die werkt in of met de wijk: kijk niet alleen naar je eigen organisatie of doelgroep. Kijk naar het geheel. Ga het gesprek aan, doe mee, en denk mee over hoe we dit duurzaam kunnen inbedden. Niet als project, maar als nieuw fundament onder ons denken en doen.” 

 “Samen zetten we iets neer dat echt het verschil maakt.”