Valpreventie: elk stapje telt

Interview met Sophie Janssens over de ketenaanpak Valpreventie in Haaglanden

Wat houdt de aanpak valpreventie in?

“Het doel is om ouderen ‘sterk te laten staan’, om daarmee het aantal valincidenten onder thuiswonende ouderen te verminderen. Daarmee willen we niet alleen de druk op de zorg verlichten en oplopende zorgkosten tegengaan, maar vooral bijdragen aan vitale en zelfredzame ouderen. Want een val heeft vaak enorme impact: ouderen verliezen mobiliteit, worden onzeker, of belanden zelfs in een verpleeghuis. Deze week is de landelijke Week van de Valpreventie (29 september t/m 5 oktober 2025). Dat is hét moment om via wachtkamers, campagnes en sociale media extra bewustwording te creëren.”

Het gaat dus om veel meer dan alleen valpreventie?

“Zeker. Een val is misschien nooit helemaal te voorkomen, maar door valpreventie proberen we het risico op vallen zo klein mogelijk te maken. Daarom richten we ons in de regio op een gezonde leefomgeving en gezond en vitaal ouder worden. Denk daarbij aan een senior die werkt aan zijn/haar fitheid en balans en daardoor beter op de been blijft. En met aanpassingen in en rondom huis waardoor er minder struikelrisico is.  Maar denk ook aan adviezen om medicatie te laten checken en ogen te laten controleren bij de opticien.

 

Wat moet iedere inwoner weten over het gezond ouder worden?

“Valpreventie begint niet bij 65 jaar. Gezond ouder worden begint veel eerder, met gezond leven, voldoende bewegen, eiwitrijke voeding, ontspanning. Elk klein stapje telt. Het is belangrijk aan te sluiten bij wat iemand zelf wil bereiken. Dat geeft een duurzamer effect. Zoals een man op leeftijd die ik ooit als fysiotherapeut behandelde. Hij was niet gemotiveerd om aan zijn artrose te werken, maar wél om met zijn kleinzoon te fietsen. Zoek naar wat motiveert om wél in beweging te komen.”

Wat was voor jou persoonlijk een belangrijke mijlpaal?

“Dat ik deze rol als regiocoördinator heb aangenomen. Ik ben van oorsprong fysiotherapeut en werkte in het HMC op de geriatrische trauma-unit, dus juist aan de andere kant: ná de val. Nu mag ik werken aan preventie en ook buiten het medisch domein. Niet meer zorgen dat iemand na een val weer in beweging komt, maar ervoor zorgen dat ouderen goed in hun vel zitten en in beweging blijven en daarmee het risico op vallen zo laag mogelijk houden. Deze nieuwe manier van werken bevalt goed. Het is een functie met veel uitdagingen, en ik leer elke dag. Ook over de complexiteit van samenwerking tussen verschillende domeinen. Gelukkig merk ik dat de visie tussen partijen sterk overeenkomt. We willen allemaal gezonde, vitale ouderen. Dat verbindt”

“Zoek naar wat mensen echt motiveert om in beweging te komen”

Welke mijlpalen zijn er bereikt?

“In regio Haaglanden is een team van regiocoördinatoren voor alle 5 de ketenaanpakken opgezet. We zijn allemaal relatief nieuw in onze rol, maar de samenwerking is sterk. We hebben ook goede verbinding met andere aanpakken en thema’s binnen GGD Haaglanden, zoals Vitaal Ouder Worden. Ook is er een prettige samenwerking met de afdeling gezondheidsbevordering, beleid & advies en epidemiologie. We weten elkaar steeds beter te vinden en leren van elkaar.”

“Voor de zomer hebben we de officiële kick-off voor regionale samenwerking ketenaanpak valpreventie gehad. Met elkaar hebben we een regionale visie neergezet. We hebben de uitdagingen voor de regio geprioriteerd. Valrisicobeoordeling is door alle partijen op nummer één gezet. We gaan nu met zorgverzekeraar CZ, Hadoks en Eerstelijns Zorg Zoetermeer (EZZ), gemeenten en overige ketenpartners met elkaar verkennen welke mogelijkheden er zijn voor senioren met hoog valrisico. We verwachten hier al snel concrete stappen in te kunnen maken, zodat de ketenaanpak valpreventie in regio Haaglanden Gezonder voor elke senior toegankelijk is. Dus voor zowel senioren met laag, matig én hoog valrisico. Ook werken we aan het inrichten van monitoring, om te kunnen meten wat de effecten zijn en of het aanbod goed aansluit bij de vraag.

Wat zijn de grootste uitdagingen?

“Bewustwording en communicatie. Zowel naar de doelgroep senioren als naar en tussen professionals. Senioren voelen zich vaak niet aangesproken op het begrip ‘valpreventie’. Daarom hangen we onze communicatie liever op aan termen als ‘vitaal ouder worden en gezond en positief ouder worden’. Daarnaast moeten professionals in het sociaal en medisch domein goed weten wie wat doet. Spreken we dezelfde taal? Weten we hoe we iemand moeten doorverwijzen? En dat geldt ook voor de registratie: als we willen monitoren en bijsturen, moeten we weten wat we meten.”

Jullie gebruiken ook een innovatieve tool: de Smart Floor. Wat is dat?

“De Smart Floor meet looppatroonparameters en geeft zo een inschatting van het valrisico. Het leuke is: senioren zijn nieuwsgierig en stappen er sneller op af dan wanneer je alleen een vragenlijst afneemt om het valrisico in te schatten. Het lopen over de Smart Floor is dus een goede gespreksopener. Wel geldt: alleen de uitslag van die vloer bepaalt niets. Het gesprek in combinatie met de vragenlijst van de Valrisicotest, geven de doorslag. Op deze manier krijgen senioren het juiste advies over valpreventie, passend bij hun valrisico en worden zij naar het juiste (beweeg)aanbod verwezen.”

Welke ambitie heb je voor de tweede helft van 2025?

“We werken de gezamenlijke visie op het gebied van valpreventie verder uit via regionale werkgroepbijeenkomsten met concrete doelstellingen. Ook gaan we met epidemiologen van de GGD kijken naar monitoring en evaluatie. We willen niet alleen meten hoeveel senioren we bereiken, maar ook of het aanbod aansluit en wat het oplevert voor de senioren zelf. Denk aan effecten op beweeggedrag, ervaren gezondheid en motivatie.”