Samen om tafel voor mentale hulp op maat
Geen plekje onderaan een lange wachtlijst binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz), maar binnen drie weken een praktisch plan waarmee je sterker in het dagelijks leven komt te staan. Dankzij de introductie van het ‘verkennend gesprek’ kan een deel van de inwoners van Haaglanden met mentale klachten sneller en beter geholpen worden. Marlijn Lenselink en Richard Prins vertellen wat deze nieuwe interventie inhoudt en hoe een nieuwe manier van samenwerken dit mogelijk maakt.
Net als de rest van Nederland kampt ook de ggz in Haaglanden met lange wachttijden die alleen nog maar langer dreigen te worden. Om de mentale gezondheid van inwoners te vergroten en passende ggz toegankelijker te maken, werken professionals, ervaringsdeskundigen, cliënten en naasten in de regio aan structurele maatregelen. Die maatregelen draaien om betere samenwerking binnen en tussen domeinen, voldoende capaciteit voor spoedgevallen en cruciale zorg, en om ondersteuning zo te organiseren dat zwaardere zorg minder nodig is. Allemaal grote veranderingen die via stapsgewijze verbeteringen tot stand zullen komen.

Een deel van die verbeteringen kan in gang worden gezet in de spreekkamer van de huisarts. Want dat is voor de meeste mensen met psychische problemen het beginpunt van hun zoektocht naar passende hulp. Die zoektocht begint vaak pas als het water al tot de lippen staat, signaleert Marlijn Lenselink, bestuurder bij Xtra.
“Wie vroeger in de problemen zat, klopte daarvoor aan bij familie of buren. Maar door de individualisering van onze maatschappij, houden veel mensen hun zorgen liever voor zichzelf. Daardoor loopt hun emmer vol. Tot het hen te veel wordt. Dan wenden ze zich alsnog tot hun huisarts. Dat stelt huisartsen voor een dilemma: speelt er inmiddels gewoon veel in het leven van deze persoon? Of is geestelijke gezondheidszorg nodig? Ik denk dat veel huisartsen in zo’n geval het zekere voor het onzekere nemen en hun patiënt doorverwijzen naar de ggz.”
Richard Prins, bestuurder bij Parnassia, deelt die kijk. “In onze samenleving bekijken we problemen vaak te veel vanuit medisch perspectief. Ook mentale problemen. Soms is geestelijke gezondheidszorg inderdaad nodig. Maar als de kern van het probleem ligt in hoe iemand leeft, moeten we niet een spaarzame plek in de ggz inzetten voor symptoombestrijding. Want het verbeteren van iemands sociale situatie is geen taak van de ggz, en valt ook buiten onze expertise. Die kennis en ondersteuning moet gezocht worden in het eigen netwerk en de wijk, en anders bij instanties binnen het sociale domein zoals sociaal werkers van welzijnsorganisaties.”


Nieuwe interventie: het verkennend gesprek
Om al vooraan in de zoektocht goed te kunnen beoordelen welke ondersteuning iemand met psychische problemen nodig heeft, hebben vertegenwoordigers van gemeenten, welzijnsorganisaties, huisartsen en inwoners ‒ verenigd onder de vlag van Haaglanden Gezonder! ‒ daarom een nieuwe interventie ontwikkeld: het verkennend gesprek.
Dit is een gesprek waarbij de inwoner met een hulpvraag, een sociaal werker van een welzijnsorganisatie, een ggz-professional én als het kan ook een ervaringsdeskundige, met elkaar in gesprek gaan. Met elkaar brengen ze alle relevante puzzelstukjes in kaart. Daarmee ontwerpen ze het meest effectieve traject. Het verkennend gesprek kan aangevraagd worden door een huisarts die twijfelt over de aard of ernst van de psychische problemen van een volwassen patiënt, en bovendien weet of vermoedt dat er ook problemen zijn op andere levensgebieden.
Interdisciplinaire aanpak
Lenselink legt de waarde van dit interdisciplinaire gesprek uit aan de hand van een voorbeeld: “Stel dat er een angststoornis wordt vermoed. De ggz-professional stelt dan in het gesprek vragen om erachter te komen hoe de angst zich uit en of daar een diagnose onder ligt. De sociaal werker stelt vragen die inzicht geven in het dagelijks leven van de persoon in kwestie: misschien wordt de angst wel veroorzaakt doordat diegene geen werk heeft, in een schimmelwoning woont of in een vechtscheiding verwikkeld is.
“De uitkomst hoeft niet zwart-wit te zijn. Mogelijk is er op beide fronten actie nodig: krijgt de persoon in kwestie een behandeling voor de angststoornis, en wordt tegelijkertijd aan een oplossing gewerkt om die vechtscheiding in betere banen te leiden. Dit kan de behandeling zelfs effectiever en efficiënter maken.”
Proef met veelbelovende resultaten
Een paar huisartspraktijken in de regio oefenden vorig jaar al met het verkennend gesprek. De resultaten waren veelbelovend. Er waren minder verwijzingen naar de ggz nodig en de inwoners die een gesprek hadden waren erg tevreden met hun traject. Ook de deelnemende professionals waren positief. Ze waardeerden vooral de korte lijnen, het wederzijds begrip van elkaars expertise en de mogelijkheid om samen passende zorg en begeleiding te bieden. Verbeterpunten waren er ook, vertelt Prins: “We zagen dat we nog beter moeten leren voor wie deze interventie geschikt is. En er verstreek nog te veel tijd voordat het verkennend gesprek daadwerkelijk plaatsvond. Er zat gemiddeld vijf weken tussen aanmelding en gesprek. Het streven is om het gesprek binnen twee weken te voeren.”
Dit jaar gaan er nog meer huisartsen aan de slag met verkennende gesprekken en dat worden er elk jaar meer. Naar verwachting zullen in heel Haaglanden vanaf 2028 jaarlijks 3.400 inwoners profiteren van een verkennend gesprek. Dit vergroot het mentale welzijn van de hulpvragers en verlaagt tegelijkertijd de druk op de ggz, vertelt Prins: “20% van de mensen die anders naar de ggz doorverwezen zouden worden, krijgen dankzij het verkennend gesprek snellere en passendere hulp binnen het sociale domein.”
Mentaal Gezondheidsnetwerk
Het verkennend gesprek is het eerste initiatief uit een reeks interventies die ggz-aanbieders, huisartsen en het sociaal domein gezamenlijk gaan ondernemen om de druk op de mentale gezondheidszorg in de regio te verkleinen. De andere plannen zijn erop gericht om de beschikbare zorg en ondersteuning effectiever en efficiënter in te zetten, onder meer door op structurele basis informatie met elkaar te delen en te overleggen.
Hiervoor verenigen ggz-aanbieders, huisartsen en het sociaal domein in regio Haaglanden zich in een zogenaamd ‘Mentaal Gezondheidsnetwerk’, dat onderverdeeld zal worden in 8 subregio’s. Professionals binnen dit netwerk vervangen de medische bril door een breder perspectief. Hun focus komt in de eerste plaats te liggen op het versterken van iemands dagelijks leven, het activeren en verbinden van inwoners en op het organiseren van een ondersteuningsaanbod op meerdere levensdomeinen. Het is de bedoeling het Mentale Gezondheidsnetwerk in Haaglanden eind 2026 operationeel te hebben.
Elkaar kennen, vertrouwen en erkenning zijn cruciaal
Het zorgt ervoor dat professionals uit verschillende disciplines elkaar leren kennen en plezierig samenwerken. Dat is cruciaal, denkt Prins, omdat het een belangrijke voorwaarde is voor vertrouwen. “Met het gevoel van urgentie zit het wel goed; die voelt elke professional. Maar nu vragen we hen iets anders te doen dan ze gewend zijn. De bereidheid daartoe ontstaat alleen als ze ook het vertrouwen hebben dat de gekozen aanpak bijdraagt aan betere zorg met kortere wachttijden.”
“Het Mentale Gezondheidsnetwerk vergroot ook het vertrouwen in en erkenning van elkaars expertise”, vult Lenselink aan. “Ook dat is nodig. Neem het verkennend gesprek. Een ggz-professional zou bijvoorbeeld kunnen denken: ik kan ook wel zien of iemand schulden heeft of niet. Maar die heeft niet de finesses van een sociaal werker en mist ook de kennis en mogelijkheden om zo’n probleem op te lossen.” Als het vertrouwen goed zit, is het netwerk goud waard, gelooft Prins: “Als we als professionals dan een inwoner spreken, denken we niet meer: dieverwijzen we wel door. Nee, dan voelen we ons als netwerk verantwoordelijk om te zorgen dat die persoon krijgt wat nodig is.”